Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen = €15.835.000 / €14.550.000 = 1,088
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €15.835.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee €0,2 miljoen lager dan de capaciteit opgenomen in de meerjarenbegroting 2021-2024.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €14.550.000. Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021-2024 is dit €1.420.000 lager. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door, per saldo een significant lager risico in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid ) en een beperkte stijging van de risico’s in het Sociaal domein (zie programma Meedoen ), bij de uitkeringslasten (BUIG) en bij de implementatie van de omgevingswet.
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor financiële tegenvallers waar niemand rekening mee houdt. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) significant is afgenomen (circa €1.420.000) bij een beperkte afname (circa €200.000) van de buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio sterk verbeterd (ratio was 1,004).
Relevante aspecten
- 49 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 10 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,088. In de meerjarenbegroting 2021-2024 was de uitkomst 1,004. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat nodig is om een weerstandsratio 1 te krijgen) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.
De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen.
Door de gevolgen van de Coronacrisis is de economische groei in zeer korte tijd omgeslagen naar een flinke economisch krimp voor de komende jaren. De gevolgen daarvan zijn nog niet te overzien. De gemeente Deventer zal de financiële risico’s continue en nauwlettend volgen. Waar mogelijk en noodzakelijk worden extra beheersmaatregelen genomen. In de voorjaarsnota 2021 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en generiek weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en politieke- en bestuurlijke besluitvorming.
Voorbeelden daarvan zijn de gevolgen van de Coronacrisis, de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende heroverwegingen. Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar in het kader van de planning & control cyclus de ratio weerstandsvermogen bepaald.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke reserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Meer informatie
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000) | |||
---|---|---|---|
Element | Onderdeel | Waarde | |
Specifieke weerstandsreserve | 14.600 | ||
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 235 | |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 1.000 | ||
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 0 | ||
Onbenutte investeringsruimte | - | ||
Onbenutte belastingcapaciteit | - | ||
Stille reserves | p.m. | ||
Saldo weerstandscapaciteit 2020 | 15.835 | ||
¹) zie beleidsnota reserves en voorzieningen (2018). |
Specifieke weerstandsreserve
Ten opzichte van de vorige bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit (meerjarenbegroting 2021-2024) is het saldo van de specifieke weerstandsreserve afgenomen met circa €200.000. In de meicirculaire Gemeentefonds 2020 is aangegeven dat het accres voor de jaren 2020 en 2021 wordt bevroren. Dit heeft (tijdelijk) tot gevolg dat de stelpost accres, waarmee rekening werd gehouden als onderdeel van de onbenutte begrotingsruimte, komt te vervallen.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten onvoorzien, de stelpost autonome ontwikkelingen en de stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds).
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf Grondbeleid ). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm die Deventer berekent.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.
Meer informatie
Risicokaart
Er zijn 49 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Tien risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
De aard van de risico’s worden weergegeven in een risicokaart. Hoe roder de kleur, hoe hoger de prioriteit voor de aanpak van het risico.
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen:
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma |
---|---|---|---|---|---|
Schadeclaim | Leefomgeving | ||||
Lasten: kans op schadeclaim | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 | |
825.000 | |||||
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. implementatie Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | |
1.350.000 | |||||
Sluiskwartier | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op lagere opbrengst a.g.v. bijzondere setting nieuwbouw Sluiskwartier | 50% | 500.000 | 3-3 | 9 | |
Lasten: kans op lagere opbrengst woningen | 50% | 680.000 | 3-3 | 9 | |
1.180.000 | |||||
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op extra kosten door versnipperd eigendom | 50% | 700.000 | 3-3 | 9 | |
700.000 | |||||
BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | ||||
Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget Deventer ontvangt | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 | |
4.400.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen | ||||
Lasten: kans op hogere uitgaven Sociaal Domein | 70% | 1.000.000 | 4-3 | 12 | |
Lasten: kans op hogere uitgaven hulpmiddelen | 75% | 1.500.000 | 4-4 | 16 | |
2.500.000 | |||||
Meedoen | Meedoen | ||||
Lasten: kans op extra kosten omdat tarieven dagbesteding niet toereikend zijn | 50% | 800.000 | 3-3 | 9 | |
800.000 | |||||
Mimik | Kunst en cultuur | ||||
Lasten: kans dat rente- en aflossing van lening niet wordt gerealiseerd | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
600.000 |
Significante daling risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is gedaald met circa €3.200.000 ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021-2024. Dit wordt veroorzaakt door een flinke daling van risico’s in de grondexploitaties (circa €4.500.000) in combinatie met een beperkte stijging van de risico’s in het Sociaal domein (circa €200.000), bij de uitkeringslasten (BUIG circa €600.000) en bij de implementatie van de omgevingswet (circa €500.000).
De mutaties voor de grondexploitaties worden toegelicht onder programma Herstructurering en vastgoed . De mutatie in het Sociaal domein staat toegelicht onder het programma Meedoen .
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa €28 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).
Voor 2021 is de minimumnorm als volgt bepaald:
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Bedragen begroting 2021 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkering (gemeentefonds)* | 165 | 3,3 |
Verwachte OZB capaciteit 2021** | 28 | 0,6 |
Saldo | 193 | 3,9 |
*)exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB | ||
**)begroting 2021-2024 zie paragraaf lokale heffingen |
Simulatiemodel
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de cumulatieve uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €10,65 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is met €1,42 miljoen gedaald ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021-2024
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
€14.600.000 + €235.000 + €1.000.000 = €15.835.000
Benodigde weerstandscapaciteit:
€10.650.000 + €3.900.000 = €14.550.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
Ratio weerstandsvermogen = €15.835.000 : €14.550.000 = 1,088
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Om tot een score van 1,00 te komen wordt €1.285.000 toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Deze toevoeging vindt plaats in de voorjaarsnota 2021.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- Effecten als gevolg van de Coronacrisis
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd.
Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar. De omvang van de generieke weerstandsreserve is €6,8 miljoen per 01-01-2021, die naar verwachting oploopt tot een bedrag van eenmalig €7,2 miljoen in 2025. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2019 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen. Daarover zijn twee constateringen:
- De financiële effecten van coronamaatregelen bij voornamelijk de NV Deventer Schouwburg, de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer (vanaf 2021 overgedragen aan de gemeente), NV Sportbedrijf Deventer en de NV Luchthaven Teuge.
- In 2020 heeft de gemeente de financiën van de NV Deventer Schouwburg respectievelijk de NV Sportbedrijf Deventer aangevuld met een bijdrage van eenmalig €300.000 respectievelijk €150.000 om de liquiditeitspositie aan te vullen. Ook voor 2021 zullen beide organisaties een beroep doen op gemeentelijke middelen. Hiervoor heeft de gemeente een reserve beschikbaar waaruit deze bedragen gedekt kunnen worden. Prognose van de NV Sportbedrijf Deventer is in haar vastgestelde meerjarige perspectief van december 2020 dat zij mede hierdoor aan haar aflossingsverplichtingen van de gemeentelijke leningen kan blijven voldoen.
- In 2020 heeft de gemeente een kortlopende kasgeldlening van €910.000 aan de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer (NV MVD) verstrekt voor de in 2020 opgelopen huurachterstanden. Bij brief van 22-1-2021 geeft de directeur van de NV MVD te kennen dat hiervan mogelijk afgerond €710.000 als mogelijk oninbaar zal zijn en dat de NV hiervoor een voorziening aan zal leggen. De gemeente moet in 2021 met de huurders in gesprek om te beoordelen in welke mate de huren oninbaar zullen zijn. De gemeente heeft een reserve beschikbaar waaruit deze nadelen gedekt kunnen worden.
- In 2020 is het vliegverkeer van en naar de NV Luchthaven Teuge (deels) wegens coronamaatregelen gestaakt. Het resultaat komt naar verwachting uit op €150.000 negatief en er ontstaat een liquiditeitstekort van €130.000. In overleg met de bank is de aflossing op de geldlening van 2020 doorgeschoven naar 2021. Ook voor 2021 zal er weinig ruimte zijn voor aflossingen. De NV is daarover met de bank in gesprek. Uitgangspunt is dat de NV geen beroep op gemeentelijke middelen doet.
- De financiële situatie van de NV Deventer Schouwburg in algemene zin. De continuïteit van deze NV en daarmee een nog nader vast te gaan stellen sluitende meerjarige begroting voor de schouwburg (momenteel een structureel nadeel van afgerond €350.000) is afhankelijk van nog te nemen gemeentelijke besluitvorming over de toekomst van het Cultureel Centrum (plan De Nieuwe Keizer) en de positie van de schouwburg daar in. Daarnaast is definitieve gemeentelijke besluitvorming over het verstrekken van gemeenteleningen voor vervangingsinvesteringen aan de schouwburg nodig. Voorwaarde daarvoor is eveneens een sluitende meerjarige begroting.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2020.
(bedragen x €1) | |||
---|---|---|---|
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 13.589.049 | 1.408.654 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 22.610.572 | 18.504.584 | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vitens NV | - | 123.804 | - |
Dataland BV | 454 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 0 | 0 | - |
Publiek Belang Electriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
Verkoop Vennootschap BV | 0 | - | - |
CBL Vennootschap | 0 | - | - |
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 25.740.536 | 33.571.462 | 1.408.654 |
In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Op basis van een wetswijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) publiceert Deventer vanaf begrotingsjaar 2015 de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente.
De kengetallen zijn gebaseerd op de balans en exploitatierekening 2020. Hieronder worden de uitkomsten van de berekening van de kengetallen gepresenteerd. Vervolgens volgt een beknopte beoordeling van de uitkomsten in relatie tot de financiële positie.
Kengetallen | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Jaarrekening 2020 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 76 | 81 | 65 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 66 | 71 | 55 |
Solvabiliteitsratio | 18 | 14 | 21 |
Structurele exploitatieruimte | 1,9 | 0,03 | 4,8 |
Grondexploitatie | 15 | 11 | 12 |
Belastingcapaciteit | 93 | 101 | 95 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft dan een zeer hoge schuldpositie en zal er goed aan doen om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden. Deventer zit in 2020 ruim onder de 100. Vergeleken met de rekening 2019 en de begroting 2020 is het kengetal relatief fors gedaald. De hoofdreden hiervan is dat met name totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.
Oordeel niet te snel
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden
Netto schuldquote =Netto schuld (excl. leningen aan derden) : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)
De rentelasten en aflossingen van de door verstrekte leningen drukken niet op de exploitatie. Wanneer deze correctie voor Deventer wordt toegepast verbeterd de uitkomst van dit kengetal en is gunstig voor de financiële positie. Vergeleken met de rekening 2019 en de begroting 2020 is het kengetal relatief fors gedaald. De hoofdreden hiervan is, dat met name de totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal is de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft een indicatie van de financiële weerbaarheid. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor welke uitkomsten wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit. De uitkomst in 2020 is 21 en iets hoger dan die van de solvabiliteitsratio van rekening 2019, die was namelijk 18. Vergeleken met de begroting 2019 is het kengetal gestegen van 14 naar 21. De reden hiervan is een stijging van het Eigen Vermogen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten.
Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer. Deze verbetering van de uitkomst van het kengetal heeft geen effect op het genoemde kengetal in de begroting 2021.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen aantrekt om daarmee grond te kopen vergroot dit de schuldpositie. Van belang is om te weten of de schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten).
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
Bij de berekening is uitgegaan van de totale omvang grondexploitatie. Dit zijn de actieve grondexploitatiecomplexen (excl. de facilitaire complexe). De boekwaarde van de facilitaire complexen vallen BBV-technisch (notitie faciliterend grondbeleid) onder de overlopende activa. Vergeleken met de rekening 2019 is het kengetal gedaald, maar vergeleken met de begroting is het nagenoeg gelijk gebleven.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Vergeleken met de rekening 2019 is het percentage licht gestegen.
Conclusie
De diverse kengetallen met betrekking tot de schuldpositie laten een positieve ontwikkeling zien en geven dus geen aanleiding om het financieel beleid aan te passen.