In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geven we een dwarsdoorsnede van de meerjarige uitgaven voor het uitvoeren van onderhoud die zijn opgenomen in de verschillende programma’s en producten van dit jaarverslag. Deze uitgaven worden vanuit een vooraf vastgesteld beleid uitgevoerd. We hebben de uitgangspunten in deze paragraaf opgenomen.
Openbare ruimte
Onderhoudskosten openbare ruimte zijn in 2020 circa €850.000 lager dan de begroting, een afwijking kleiner dan 5%. Het kwaliteitsniveau waarop de openbare ruimte wordt onderhouden, is het minimum niveau over de hele breedte van de openbare ruimte, ook wel ‘basiskwaliteitsniveau’ genoemd. In 2016 is dit basiskwaliteitsniveau voor de diverse onderdelen van de openbare ruimte vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving. De output onderhoud inzake de openbare ruimte is in 2020 grotendeels volgens de verwachting gerealiseerd.
Gebouwen
Het groot onderhoud van gebouwen is in 2020 op totaalniveau circa €160.000 hoger uitgevallen dan begroot. Voor het Stadhuiskwartier waren de onderhoudskosten iets hoger, omdat de begroting is bepaald op een gemiddelde van 15 jaar. Ook het onderhoud aan de brandweerkazerne aan de Schonenvaardersstraat kende hogere onderhoudskosten.
De gemeente Deventer heeft in 2020 vanuit haar verschillende programma’s diverse prestaties en ambities gerealiseerd waarbij kapitaalgoederen zijn ingezet. Straten, wegen, bruggen en pleinen zijn onontbeerlijk voor de economische ontwikkeling van Deventer en straatverlichting en de inrichting en onderhoud van het openbaar groen leveren een belangrijke bijdrage aan de (veiligheids)beleving. Allemaal voorbeelden van kapitaalgoederen die van groot belang zijn bij het realiseren van de prestaties en ambities.
Vanuit de zorg voor een structureel goed, veilig, efficiënt, duurzaam en milieubewust leef-, werk-, woon- en verblijfmilieu voor de burger investeren we jaarlijks veel geld in het onderhoud van kapitaalgoederen. Met beheer en onderhoud zorgen we ervoor dat de verschillenden kapitaalgoederen hun geplande levensduur halen en er geen kapitaalsvernietiging plaatsvindt.
In de begroting 2020 is het operationele en financiële beleidskader weergegeven voor het onderhoud en beheer van de kapitaalgoederen. Deze paragraaf geeft inzicht in de realisatie van het beleid en de daaruit voortgevloeide financiële consequenties over het jaar 2020.
Hieronder treft u nadere informatie omtrent (het onderhoud van) de gemeentelijke openbare ruimte.
Meer informatie
Beleidsrealisatie
De kwaliteit van de openbare ruimte heeft in Deventer veel aandacht van de burgers en het bestuur, omdat dit belangrijk is voor de leefbaarheid en de (veiligheids)beleving van de gebruikers. Het reguliere klein onderhoud vindt, conform de Visie Leefomgeving, plaats op basis van een basiskwaliteitsniveau (‘minimum niveau’).
Deventer baseert de basiskwaliteit op 4 criteria:
- Minimale technische of wettelijke eisen: De belangrijkste wettelijke verplichting van gemeenten is de zorgplicht. We moeten zorgen dat de openbare ruimte veilig en bruikbaar is. De aansprakelijkheid hiervoor ligt vast in het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174). De algemene zorgplicht is soms uitgewerkt in specifieke wetten of jurisprudentie (bijvoorbeeld rondom verkeersveiligheid en richtlijnen van het landelijk kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, het CROW). Daarnaast gelden wettelijke eisen voor enkele specifieke onderdelen van de openbare ruimte.
- Kapitaalvernietigingsniveau: Daalt het onderhoud onder dit niveau, dan wordt de levensduur korter dan kostentechnisch wenselijk is.
- Leefbaarheid: Dit niveau wordt niet bepaald door wettelijke eisen en/of kapitaalvernietiging, maar door wat nog maatschappelijk zinvol is.
- Functionaliteit: Voorkomen moet worden dat het onderhoudsniveau zo laag wordt dat de openbare ruimte niet meer functioneert zoals die bedoeld is.
De beschikbare middelen zijn net voldoende om de openbare ruimte te onderhouden op dit basisniveau. Het basiskwaliteitsniveau dat de gemeente minimaal wil bereiken is in 2016 vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving.
Uit de monitoring door de verbonden partijen blijkt dat in 2020 op vrijwel alle aspecten het afgesproken niveau gehaald is. Uitzondering vormt de onkruidbestrijding op verhardingen. Dit probleem is reeds meermalen gesignaleerd in de diverse rapportages.
Deventer monitort twee-jaarlijks de beleving van de inwoners van de leefomgeving door middel van het bewonersonderzoek. Dit onderzoek is voor het laatst in 2019 uitgevoerd. Uit het onderzoek van 2017 blijkt dat de leefbaarheid, de objectieve en subjectieve kwaliteit (aanzien en aantrekkelijkheid) van de openbare leef-, werk-, woon- en verblijfsomgeving licht is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Dit blijkt ook weer uit de monitor van 2019. Het cijfer is gelijk gebleven op 6,8.
De programmering van het groot onderhoud en de vervangingsopgave vindt plaats aan de hand van het meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP). In 2020 is het geplande onderhoud van het MJOP-MIND 2019-2022 voor een groot deel uitgevoerd. Bij de programmering van het MJOP maken we meer en meer gebruik van Geo-data. Door deze te combineren met andere opgaves wordt het steeds beter mogelijk deze opgaves op elkaar af te stemmen. In de komende versies van het MJOP-MIND zullen hier nog meer stappen in gezet worden in relatie tot de energietransitie en de planningen van de corporaties.
Op basis van een nadere financiële analyse, vastgelegd in het uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving, zijn er enkele beheergroepen waarvoor de vervangingsopgave in de toekomst een aandachtspunt is. De theoretisch berekende opgave is groter dan de beschikbare middelen voor de vervangingsopgave. Daarom hanteren we per beheergroep de volgende strategie:
- Vervanging asfaltwegen. Binnen de begroting van programma Leefomgeving wordt jaarlijks rekening gehouden met groei van het areaal. Het zogenaamde accres. Indien de benodigde middelen voor de daadwerkelijke groei in een jaar geringer zijn dan de gereserveerde middelen ontstaat een verschil. Als dit zich voordoet wordt bij de voorjaarsnota voorgesteld om dit verschil niet te laten terugvloeien naar de algemene middelen, maar te oormerken als vervangingsbudget. De afgelopen jaren zien we een oplopende groei van het areaal waardoor deze werkwijze maar zeer beperkt tot groei van het vervangingsbudget leidt. Bij de voorjaarsnota zal worden voorgesteld om de begroting voor areaalaccres naar boven bij te stellen.
- Vervanging structuur groen: de basisstrategie is om bij groen de levensduur te verlengen door ook bij functieverlies te blijven inzetten op klein en regulier onderhoud. Bij dreigend onveilige situaties stellen we de raad voor om exploitatiebudget te activeren. Om het effect op het regulier onderhoud te beperken, kiezen we bij vervanging zonder aanvullende dekking voor een laagwaardiger kapitaalgoed.
- Vervanging civieltechnische kunstwerken: in theorie kent deze beheergroep de grootste vervangingsopgave. Echter; de theoretische restlevensduren zijn nog enkele tientallen jaren, zodat dit probleem pas over lange tijd speelt. Daarom worden deze risico’s vooralsnog geaccepteerd. Het is namelijk onzeker welk bedrag echt nodig is: technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen zullen het werkelijke financieringsvraagstuk voor deze onderdelen bepalen.
- Het reguliere onderhoud en het groot onderhoud bij de i-VRI's is sinds areaaluitbreiding en de aanpassing aan de hedendaagse (digitale) besturing ervan aanzienlijk toegenomen, er zal daarom bij het areaalaccres een substantieel aandeel van de middelen aan deze beheergroep toegevoegd moeten gaan worden.
Uit de verschillende staten van onderhoud komt per deelgebied in de openbare ruimte het volgende beeld van gerealiseerd beleid naar voren:
Taakveld 2.1 Verkeer en vervoer
Straten, wegen en pleinen
Langs de Oerdijk is tussen Schalkhaar en het Overijssels Kanaal het fietspad omgevormd naar beton. De planvorming voor de omvorming van de fietspaden langs de Margijnenenk, Overstichtlaan en Lebuïnuslaan naar asfalt loopt door in 2021. Deze blijkt complex door de samenhang met de aanwezige bomen. De voorbereidingen van de fietspaden Roesink zijn vrijwel afgerond. Uitvoering is voorzien in 2021.
De gebieds- en buurtgerichte aanpak richtte zich het afgelopen jaar op de aanpalende gebieden van de herstructureringswijken Keizerslanden en Rivierenwijk, Tjoenermarke en de Draaiomsbuurt (laatste 2 in Diepenveen).
Er is groot onderhoud uitgevoerd aan een 18-tal asfaltwegen. Het gaat om de afronding van de werkzaamheden aan de kruisingen Holterweg. Verder gaat het om de Olthoflaan, Zwijnenbergerweg, Somervaart, Rielerweg, Oude Rielerweg, Hunneweg,, Gewestlaan, Douwelerkolkweg, Bronsvoorderdijk, Bolinkweg, Apenhuizerweg, Boermarkt, Zwolseweg, Bolkesteinlaan, Bochumstraat, Keulenstraat en Munsterstraat.
De Keizer Karellaan is gereconstrueerd.
Er is een start gemaakt met de aanpak van het Godebaltplantsoen. Daarnaast is de Kosterstraat uitgevoerd en is doorgegaan met het vervangen van de boomkransen op de Brink.
Straatreiniging
Ook in 2020 heeft de onkruidbestrijding op verhardingen het afgesproken niveau niet gehaald. Dit probleem is eerder gesignaleerd in de diverse rapportages.
Openbare verlichting
In 2020 is het onderhoud van de openbare verlichting uitgevoerd volgens de overeenkomst met de aannemer. Deze overeenkomst is erop gericht dat altijd minimaal 98% van de verlichting brandt. In het afgelopen jaar is het groot vervangingsonderhoud aan de verlichting volgens de tweede jaarschijf van het MJOP 2019-2022 grotendeels uitgevoerd. In het oog springende projecten zijn het vervangen van de verlichting in de tunnel Veenweg en de start van de grootschalige vervanging van armaturen langs de Zutphenseweg en omgeving. De planvorming voor de Smidsgang en de Zandpoort is een stap verder gebracht. Uitvoering van deze beide projecten is voorzien in 2021.
Civieltechnische kunstwerken
In 2020 is, in samenwerking met Waterschap Rijn en IJssel, het dek van de burg over de Schipbeek in de Gorsselseweg vervangen. Het waterschap heeft in hetzelfde werk de onderliggende stuw in de Schipbeek geheel vernieuwd. De beschoeiing aan de Bastiaanstraat is grootschalig hersteld. Er is gewerkt aan een leidraad voor de vervanging van houten bruggen. De geprogrammeerde vervanging van 7 houten bruggen wordt gerealiseerd in 2021.
Verkeerstechniek
Binnen de dit onderdeel is de ontwikkeling van ITS verder doorgezet op onze hoofdinfrastructuur waarbij in 2020 alle VRI's binnen de gemeente voorzien zijn van zogenaamde intelligente bedieningssystemen waardoor de doorstroming van het verkeer verder geoptimaliseerd kan worden. Het organiseren van het beheer en onderhoud ervan zal op korte termijn ter hand genomen worden.
Taakveld 2.4 Economische havens en Waterwegen
Het beheerplan voor de haven is afgerond. Daarnaast is de voorbereiding voor de realisatie van een containerterminal en een nieuwe aanmeervoorziening in de 5e havenarm (voorheen dode havenarm) voortgezet. Realisatie wacht op vergunningprocedures. In 2020 is een concept havenbeheersverordening en een nieuwe opzet van de haventariefstructuur. Beide producten zijn voorgelegd aan direct betrokkenen voor inspraak. Gestuurd wordt op invoeren van de nieuwe verordeningen in 2021. Er wordt hieromtrent afgestemd met de havens van Twente en Zwolle in het samenwerkingsverband POLO (Port Of Logistics Overijssel).
Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie
Groen, natuur en recreatie
Het klein onderhoud is volgens het afgesproken CROW-kwaliteitsniveau uitgevoerd door HGB, conform de daartoe geldende Dienstverleningsovereenkomst en het bijbehorend bestek. Het reguliere onderhoud aan onze (Rijksmonumentale) stadsparken is hiervan onderdeel.
Het grootste deel van het groot onderhoudsbudget is besteed aan laanboomverjongingsprojecten en parken. Projecten Zwijnenbergerweg, Boxbergerweg, Rijsterborgherpark (Kleine Plantsoen) en de Oerdijk zijn in 2020 afgerond. De stormschades zijn hersteld.
Openbare speelgelegenheden
Ook in 2020 is voortgang geboekt met de realisatie van de taakstelling uit Samen Ruimte Geven. Volgens planning (MJOP) is een deel van de gemeentelijk speeltoestellen vervangen door speelaanleidingen die goedkoper in beheer zijn. Stichting Tevreden heeft, conform afspraken in 2015, in 2020 het onderhoud uitgevoerd aan de door hen overgenomen speelplekken. De speelplekken zijn in 2020 onderhouden conform het Attractiebesluit. In het kader van Corona en participatie zijn een deel van de projecten uit 2020 doorgeschoven naar 2021.
Taakveld 7.2 Riolering
In 2020 is op enkele plekken groot onderhoud, waaronder vervanging, aan riolering en waterbeheervoorzieningen uitgevoerd conform het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2015-2020 en het bijbehorende addendum. In 2020 is de Veentunnel afgekoppeld van de riolering. Deze loost nu op de vijverpartij in het Venenplantsoen. Het grote transportriool in de Graaf van Burenstraat is gerelined. De putten in de Noorwegenstraat zijn geïmpregneerd en/of voorzien van een liner (een op maat gemaakte en ter plaatse uithardende kunststof put in de bestaande put). Diverse pompen in de rioolgemalen zijn vervangen.
Taakveld 7.5 Begraafplaatsen en crematoria
Het reguliere onderhoud aan de gemeentelijke begraafplaatsen is in 2020 volgens het basiskwaliteitsniveau uitgevoerd door Het Groenbedrijf en de Stichting Oude begraafplaatsen Deventer (SOBD). Er is geen groot regulier onderhoudsbudget voor de gemeentelijke begraafplaatsen. Vanaf 2015 is er sprake van een inhaalslag op de gesloten begraafplaats aan de Diepenveenseweg (Rijksmonument), met subsidie van het Rijk. Deze werkzaamheden worden, mede gelet op de subsidievoorwaarden, uitgevoerd over een periode van 4 jaar. We maken op dit moment een beheer en onderhoudsplan voor de gemeentelijke begraafplaatsen.
Taakveld 5.2 Sportaccommodaties (velden)
Het groot onderhoud aan buitensportaccommodaties heeft conform de programmering plaatsgevonden. Aan de sportveldenlaan (Zandweerd) is een defecte waterpomp vervangen, waardoor de kosten hoger zijn uitgevallen.
Financiële verantwoording
Financiële verantwoording
Onderhoudslasten openbare ruimte per categorie | Taakveld | Begroting na wijziging (bedragen x€1.000) | Realisatie | Verschil | Basiskwali-teitsniveau gerealiseerd (sober) |
---|---|---|---|---|---|
Verkeer en vervoer | 2.1 | 17144 | 16191 | -953 | 100% |
Economische havens en waterwegen | 2.4 | 284 | 279 | -5 | 100% |
Openbaar groen en (openlucht) recreatie | 5.7 | 8853 | 8717 | -136 | 100% |
Riolering | 7.2 | 6966 | 7230 | 264 | 100% |
Begraafplaatsen en crematoria | 7.5 | 334 | 314 | -20 | 100% |
Totaal | 33.581 | 32.731 | -850 |
De gerealiseerde kosten voor (regulier) onderhoud in de openbare ruimte vertonen in 2020 geen grote afwijkingen (<5%) ten opzichte van de begroting. In totaal is circa €850.000 minder uitgegeven dan begroot, met name op het taakveld verkeer en vervoer.
Hieronder treft u informatie aan omtrent (het onderhoud van) de gemeentelijke gebouwen.
Meer informatie
Beleidsrealisatie
In de kadernota Vastgoed (vaststelling B&W 2012, Raad 2015) is vastgesteld dat de gemeente Deventer het in eigendom hebben en beheren van vastgoed geen kerntaak vindt(we hebben geen vastgoed, tenzij…). De gemeente heeft alleen vastgoed als de inzet daarvan noodzakelijk is voor het realiseren van maatschappelijke doelstellingen bepaald vanuit de verschillende beleidsprogramma’s.
In 2018 hebben wij het Beheerplan Groot Onderhoud Vastgoed 2018 – 2021 opgesteld. In eerste instantie is daarbij uitgegaan van ca. 50 panden die wij als kernbezit aanmerken onderhouden wij conform dit beheerplan. Aan dit beheerplan ligt in de loop van 2020 voor het overgrote deel van de panden een recent MJOP ten grondslag. De nieuwe huurovereenkomsten worden zoveel mogelijk gebaseerd op de ROZ-modellen. Van oudsher zijn er diverse overeenkomsten waarin bepaalde verplichtingen bij de gemeente komen in plaats van de huurder. Het omgekeerde bestaat echter ook, daar is de huurder ook verantwoordelijk voor het groot onderhoud. Als verhuurder zijn wij voor het merendeel van onze vastgoedportefeuille enkel verantwoordelijk voor het groot / planmatig onderhoud. Onderhoud aan de panden wordt uitgevoerd volgens MJOP (NEN2767). In enkele gevallen voeren wij ook het preventieve (klein) onderhoud uit. Ons kernbezit onderhouden wij – conform de Kadernota Vastgoed - gemiddeld op conditiescore 3, met uitzondering van de functies en installaties die in het kader van veiligheid een betere conditie vereisen. De monumentale panden onderhouden we op niveau 2, waarbij we ook gebruik maken van de Subsidie Instandhouding Monumenten (rijkssubsidie). Voor panden opgenomen in een gebiedsontwikkeling hanteren wij een gemiddeld conditieniveau 4, waarbij de ondergrens de veiligheid en bruikbaarheid is. Waardebehoud van tijdelijk vastgoed is met het oog op eventuele toekomstige verkoop voor ons ook een belangrijk uitgangspunt.
De samenstelling van onze vastgoedportefeuille is voortdurend aan verandering onderhevig. Zo houden wij bij het uitvoeren van onderhoud rekening met eventuele sloop of verkoop van panden. Voor deze panden passen wij maatwerk toe. Het slechts in beperkte vorm kunnen uitvoeren van het totaal benodigde onderhoud vormt daarmee een (financieel)risico voor het bezit. Voorwaarde is dat de veiligheid en de wettelijke eisen daarbij worden gerespecteerd, waarmee het gebruik veilig blijft. Het risico op waardevermindering is reëel. Hier tegenover staan de veelal fors lagere boekwaarden ten opzichte van de verkoop- / marktwaarde.
Voor het verduurzamen van de kernportefeuille heeft de Raad naar aanleiding van een motie in 2019 de Routekaart Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld. Dit is het vertrekpunt van een omvangrijke verduurzamingsopgave, waarin de Raad komende jaren nader wordt betrokken.
Gemeentelijke huisvesting
Het technisch beheer en onderhoud voor de huisvesting van medewerkers van de gemeente en de bijbehorende cultuurhistorische gebouwen die de gemeente daartoe in bezit heeft, vallen onder verantwoordelijkheid van team FZ (met uitzondering van Polstraat 12). De werkzaamheden worden uitgevoerd door een externe partner, op basis van het destijds gesloten “build en maintain” contract voor een periode van 15 jaar. In de begroting is het gemiddelde onderhoudsbudget over deze periode opgenomen, waarbij eventuele verschillen in realisatie worden verrekend met de reserve huisvesting gemeentelijk apparaat.
Huisvesting buurtwerk, kind- en jeugdbeleid, maatschappelijke opvang, brandweer, culturele huisvesting en sportaccommodaties
Aan deze gebouwen wordt sober en doelmatig onderhoud gepleegd. Dat is vastgelegd in de meerjaren onderhoudsplannen (MJOP). Dit betekent dat de gebouwen in acceptabele staat worden gehouden, veilig zijn en storingsvrij kunnen worden gebruikt. De uitvoering van het groot onderhoud is in 2020 deels volgens bijgestelde planning uitgevoerd op basis van MJOP's. Voor sportaccommodaties is de inventarisatie om het beheer en onderhoud van deze panden conform de systematiek van de kadernota op te nemen in het beheerplan afgerond. Verdere doorontwikkeling wordt meegenomen in het traject herijking van het vastgoedbeleid.
Onderwijshuisvesting
Per 1 januari 2015 is de gemeente niet langer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de schoolgebouwen. Het rijk maakt de gelden rechtstreeks over aan de schoolbesturen. Wel onderhouden wij een aantal gymzalen en peuterspeelruimtes. Deze vallen onder huisvesting kind- en jeugdbeleid. Net als voor de sportaccommodaties wordt ook voor deze panden de systematiek van het beheer en onderhoud meegenomen in het traject herijking van het vastgoedbeleid.
Overige gebouwen voor derden
De gemeente heeft gebouwen in bezit voor andere partijen in de gemeente. Het merendeel van deze panden is verhuurd vanuit taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden. De gemeente is als eigenaar en verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud van de panden. Eigendom van deze panden sluit niet altijd aan bij de Kadernota. Daarom worden mogelijkheden voor verkoop onderzocht en is het kwaliteitsniveau voor het onderhoud vastgesteld op minimaal instandhouding.
Financiële verantwoording
Financiële verantwoording
Voor de panden die wij in het beheerplan als kernbezit hebben aangemerkt, hebben wij een reserve groot onderhoud. In 2020 hebben wij €832.721 geput uit de reserve ten behoeve van groot onderhoudswerkzaamheden. Het beschikbare onderhoudsbudget van €640.887 is gestort. Per saldo is de stand van de reserve groot onderhoud per 31-12-2020 €3.115.121.
Voor gebouw gebonden kosten (waaronder groot onderhoud) voor de huisvesting van het gemeentelijk apparaat is een aparte reserve beschikbaar, waarvan per 31-12-2020 de stand €856.673 is.
Onderhoudslasten gebouwen per categorie | Programma | Taakveld | Begroting na wijziging (bedragen x €1.000) | Realisatie (bedragen x €1.000) | Verschil | % sober | % basis | % hoog |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Culturele huisvesting | Economie, kunst en cultuur | 5.3/5.4/5.5 | 225 | 165 | -61 | 100% | ||
Gemeentelijke huisvesting | Bedrijfsvoering | 8.3 | 561 | 689 | 128 | 100% | ||
Sportaccommodaties | Meedoen | 5.2 | 50 | 33 | -17 | 100% | ||
Huisvesting kind- en jeugdbeleid | Jeugd en onderwijs | 4.2/4.3 | 3 | 0 | -3 | 100% | ||
Huisvesting buurtwerk | Meedoen | 6.1 | 219 | 207 | -12 | 100% | ||
Maatschappelijke opvang | Meedoen | 6.81 | 20 | 17 | -3 | 100% | ||
Overig | Diverse | 0.3/2.4/5.7/7.5 | 260 | 387 | 127 | 100% | ||
Totaal | 1.338 | 1.498 | 160 |
Gemeentelijke huisvesting
Het verschil in begroot en gerealiseerd groot onderhoud van de gemeentelijke huisvesting (Stadhuiskwartier) wordt veroorzaakt doordat het begrote bedrag een gemiddelde is van de totaal te verwachten lasten over een periode van 15 jaar. De eerste jaren na oplevering van het Stadhuiskwartier waren de onderhoudslasten lager en werd het verschil gestort in de reserve huisvesting en gereserveerd voor hogere lasten in latere jaren. In 2020 was er een nadeel welke is gedekt binnen de exploitatie van DOWR-FZ.
Culturele huisvesting
Voor het Burgerweeshuis is een deel van het onderhoud uitgesteld om aan te kunnen sluiten op een nieuwe rijkssubsidie (SIM). Voor het Klooster is het onderhoud aan installaties uitgesteld in afwachting van het huisvestingsvraagstuk in het kader van een optimalere benutting van het gebouw.
Overig
In deze categorie zit met name een afwijking in de onderhoudskosten voor de veiligheidsregio (brandweerkazernes). Als gevolg van een lekkage aan de kazerne in Bathmen is onderhoud naar voren gehaald. En voor de kazerne in Deventer zijn aanvullende onderhoudskosten uit de reserve geput; verrekening vindt plaats in het traject van een nieuwe huurovereenkomst.