De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
€14.600.000 + €235.000 + €1.000.000 = €15.835.000
Benodigde weerstandscapaciteit:
€10.650.000 + €3.900.000 = €14.550.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
Ratio weerstandsvermogen = €15.835.000 : €14.550.000 = 1,088
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Om tot een score van 1,00 te komen wordt €1.285.000 toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Deze toevoeging vindt plaats in de voorjaarsnota 2021.